Geschiedenis van "De Sociëteit Tot Nut en Vermaak" in vogelvlucht (Jan Buitenga)


1816.

De Napoleontische tijd is voorbij. Onafhankelijkheid van Nederland wordt verkondigd, een nieuwe grondwet ontworpen, Staten Generaal ingesteld. Er wordt hard gewerkt aan verbetering van binnenlands beheer, de rechtspleging wordt hervormd en er komt weer orde in de financiën. Er wordt veel gedaan voor opbeuring van landbouw en nijverheid, voor kunst en wetenschappen, voor onderwijs en armenzorg, maar vooral voor de handel.

Hoe stond het toen in Almelo?

De gemeente Almelo (van Ambt Almelo was toen nog geen sprake) telde in 1814  4.293 inwoners. In maart 1816 was de drijfveer tot het oprichten van de Sociëteit de behoefte om het politieke en economische gebeuren met elkaar te kunnen bespreken en tevens het bevorderen van cultureel en wetenschappelijke belangen. De Sociëteit is begonnen in een café in de buurt van de Grotestraat- Oranjestraat ( voormalig café- restaurant- hotel Verboom) was later agrarisch Centrum, daarna winkelpand.

Tussen 1830 en 1840 verhuisde de Sociëteit naar een eigen gebouw ( Grotestraat, tegenover de Hofstraat). De eigenlijke Sociëteit was beneden, boven was de zaal voor het Nut en Vermaak die gebruikt kon worden voor het houden van voorstellingen, bals en bijeenkomsten van verenigingen.

In 1879 drukten de financiële lasten zwaar en de toestand waarin de Sociëteit zich bevond was dan ook verre van rooskleurig. De Heer Dikkers, destijds burgemeester van Almelo spreekt in dit verband de volgende woorden, …dat ik van oordeel ben dat er in ieder geval nog wel voldoende ingezetenen of paalburgers zullen zijn die de naam niet willen hebben dat zij de Sociëteit in Twenthe’s hoofdstad niet in stand hebben kunnen houden…… Een renteloze lening van leden in coupures van f 50, -  komt daarna gemakkelijk tot stand.

Omstreeks 1880 waren ca. 100 personen lid. In dat jaar wordt een commissie benoemd die de hechtheid van het gebouw moet onderzoeken. De ventilatie boven de koffiekamer blijkt onvoldoende maar men besluit "een machine" die op zicht was gezonden, niet aan te schaffen doch te volstaan met het slaan van een gat in de muur dat met een beweegbare plaat geopend en gesloten kon worden. Het risico van brand door gasverlichting wordt steeds nijpender, zodanig zelfs dat men de kastelein opdracht geeft aan de verhuring van de zaal schriftelijk de conditie te verbinden dat de huurder van de zaal alle verantwoordelijkheid voor eventueel ontstane paniek of andere onheilen op zich neemt. De zangvereniging “polyphonia” weigert een dergelijk stuk te tekenen.

Uit de notulen van 21 december 1893 blijkt dat er plannen zijn tot de bouw van een nieuw Sociëteitsgebouw met concertzaal. De leden hebben reeds voor 55.000 gulden tegen 2,5 % ingetekend en er zijn al enkele panden en stukken grond aan de Groote Straat gekocht (notariële akte hiervan d.d. 2 april 1894, zie dossier 2, archiefdoos 1).

De bouw wordt gegund aan de laagste inschrijvers, Scholten en Westenberg voor de prijs van f 48.145, -  Tot architect wordt benoemd de 17 (!!)  jaar jonge B. Vixseboxse. De benoeming van een architect leidde tot grote ruzie in het toenmalige bestuur en een gedeelte trad af.

Op 4 februari 1895 wordt het nieuwe Sociëteitsgebouw met concertzaal geopend.

Uit de tafelrede in 1935 bij het 40 jarige bestaan van het gebouw: “….vele artiesten van de Polyphonia- concerten, die toch de hele wereld over komen en dus zeer vele officiële gebouwen leren kennen, spreken telkens weer ongevraagd hunne waardering uit voor ons Sociëteitslokaal. Wij zouden echter die mooie conversatiezaal niet kunnen hebben als geen grote zaal ware gebouwd. Deze heeft in de loop van de veertig jaar een ontzettend groot aantal verenigingen en huurders een grote dienst bewezen……”

13 oktober 1914. Spoedeisende ledenvergadering naar aanleiding van een verzoek van de burgemeester om de zalen af te staan aan huisvesting Belgische vluchtelingen, hetgeen gebeurde.

1916. De ledenvergadering besluit om het 100 jarig bestaan niet feestelijk te vieren in verband met de tijdsomstandigheden (Eerste Wereldoorlog 1914- 1918).

In 1921 wordt besloten dat leden die na ‘des nachts 12 uur nog in de Sociëteit aanwezig zijn' een heffing van f 1.-  moeten betalen.

11 juni 1941. De Duitse bezetter beveelt dat de Sociëteit moet worden geliquideerd (Auflösungs und beslagnahmeverfügung). Hierbij is praktisch het gehele archief verloren gegaan, op een notulenboek na betreffende ledenvergaderingen vanaf 1904.

In 1942 is het gebouw verkocht aan de Almelose onderneming Stellema, maar op 1 maart 1947 kreeg de Sociëteit rechtsherstel en daarmee de gebouwen terug.

In 1958 worden de gebouwen en de grond verkocht aan de gemeentelijke Stichting Cultureel Centrum de Hagen. Dit om het mogelijk te maken dat een nieuwe, moderne schouwburg gebouwd wordt. De Sociëteit verkrijgt het eeuwigdurend gebruiksrecht van haar Sociëteitszaal tegen een niet aan inflatie en kostenverhogingen onderhevig tarief.

In 1981 tracht de gemeente onder de overeenkomst uit te komen. Tweemaal heeft de gemeente Almelo de rechten van de Sociëteit op de zaal voor de rechter aangevochten, en zowel in eerste aanleg als in hoger beroep kreeg de gemeente nul op het request. Vanwege het feit dat de gemeente de (negatieve) exploitatie van de schouwburg niet meer kon dragen, werden pogingen in het werk gesteld om de schouwburg te privatiseren. Een probleem daarbij was dat de rechten die de Sociëteit in 1958 bij de overdracht van de gebouwen had bedongen ( en in de procesvoering waren erkend) dit in de weg stonden. Het Van der Valk concern, waarmee de gemeente in onderhandeling was, eiste dat zij ook de beschikking kreeg over de Sociëteitszaal om deze in te richten als dinerzaal.

Voor het culturele en economische leven in de stad Almelo was het belangrijk dat de transactie doorging en de Sociëteit wilde dit niet in de weg blijven staan. Daarom is uiteindelijk ingestemd met het verlaten van de bijna honderd jaar gebruikte Sociëteitszaal en genoegen genomen met een andere zaal op de vijfde verdieping in het Theaterhotel.

In 1991 werd afscheid genomen van de oude Sociëteitszaal en de nieuwe betrokken. In 2001 volgde een grondige renovatie van de zaal en werd begonnen met het ordenen, sorteren, selecteren, beschrijven, catalogiseren en archiveren van alle nog aanwezige stukken en documenten van de Sociëteit.

(De tekst is voor een gedeelte overgenomen uit bestaande publicaties als persberichten, boekjes waaronder "Toosten en Wetten" en gehouden toespraken).